When the journey slowy comes to an end

18 december 2018 - Ubud, Indonesië

De reis naar Bali verliep iets anders dan gepland. In het vliegtuig hoorden we dat er een mogelijk probleem was met de neus van het vliegtuig, waarvoor een extra controle nodig was. Op zich vinden we het prima dat vliegtuigen alleen met een gecontroleerde neus de lucht in gaan, maar door de controle liepen we meer dan een uur vertraging op en we hadden maar iets meer dan een uur om over te stappen op onze vervolgvlucht naar Bali.
Na een uurtje vliegen komt de stewardess dan ook bij ons om te vertellen dat we het vliegtuig naar Bali niet gaan halen. Er zal een hotel voor ons in Melbourne geregeld worden en dan kunnen we een dag later alsnog doorvliegen naar Bali. In eerste instantie balen we, maar daarna zien we er ook wel weer de lol van in: een kort bezoek aan Australië. JeeJee ziet zichzelf al kangoeroes en koalaberen spotten. Met die gedachte vervolgen wij de vlucht. Bij het inzetten van de daling, verwarring alom: het vliegtuig naar Bali zal toch op ons wachten, maar dan moeten we wel opschieten. Zodra het toestel op de grond staat, rennen we het vliegtuig uit. Een stewardess begeleid ons door de luchthaven heen. We zijn in totaal met z'n zessen (toevallig allemaal Nederlanders). Snel door de scanners heen en hup naar het vliegtuig. JJ stapt als laatste passagier in en we vertrekken meteen. We zitten nog wat onwennig uit te blazen, maar één ding is zeker: we slapen vanavond in Bali!!

In Bali gebeurt waar we al bang voor waren. Bij de bagageband staat een man met een bord met onze naam erop. De koffers staan nog in Melbourne. We moeten naar een service balie om uit te leggen hoe de koffers eruitzien en waar we slapen. We krijgen een soort noodrantsoen, een toilettas met een tandenborstel, een setje met gezichtscrème en lippenbalsem en sokken die zeker tot kniehoogte komen. Erg handig bij 31 graden in Bali?! En een financiële tegemoetkoming van €40.

Er wordt beloofd dat de koffers met de volgende vlucht meekomen en dan bij ons hotel zullen worden afgeleverd. Dat betekent dat we een dag lang met lange broek, dichte schoenen en sokken tot kniehoogte door een snikheet Ubud lopen. Op de markt komen we één van de andere stellen tegen die ook op hun koffers wachten. Zij hebben inmiddels slippers en t-shirts gekocht, maar wij besluiten het nog even vol te houden. Als de koffers om elf uur ’s avonds nog niet zijn gearriveerd gaan we slapen. ’s Ochtends meldt JJ zich bij de receptie. Yes! Er zijn twee koffers bezorgd… die van JJ en… niet die van Angelique. Gelukkig krijgen we een appje van het andere stel. De koffer is bij hun hotel bezorgd en ze hebben ons telefoonnummer gevonden op het bagagelabel. Nadat JJ de koffer heeft opgehaald, kan eindelijk de korte broek met slippers aan! Jeetje wat kun je blij zijn met je eigen spullen.

Op Bali brengen we onze dagen door in Ubud. Deze staan vooral in het teken van ontspannen. We zwemmen, lezen, eten en drinken wat en maken zo nu en dan een wandeling. We genieten van het heerlijke Balinese eten, de vriendelijke Indonesische mensen en de vele prachtige tempels en offers die overal zijn neergelegd. Het geeft ons ook de tijd om bij te komen en de reis te reflecteren.

Maandenlang hebben we toegeleefd naar onze reis naar NZ. Veel gelezen en van diverse mensen de meest fantastische verhalen gehoord over hoe waanzinnig mooi het er is. De verwachtingen zijn dus hoog gespannen als we op 31 oktober dan eindelijk vertrekken. Na ruim vijf weken door NZ te zijn gereden, kunnen we niets anders dan het beamen. Ja het is er prachtig. Het land heeft prachtige kusten, indrukkende bergen, bijzondere landschappen, dieren en een hele vriendelijke bevolking. Wat ons ook goed bevallen aan deze reis was de duur. Heerlijk om eens zo lang weg te zijn en echt goed los te komen van je werk en de dingen thuis. Ook het bezoeken van meerdere landen is ons erg goed bevallen. Kortom het was een heerlijke en fantastische reis en wat hebben we veel gezien en beleefd. Hier zullen we nog lang van nagenieten en op terugkijken. 

Wat dingen die ons opgevallen zijn tijdens de reis:
Overnachten in Nieuw Zeeland doe je meestal in een motel. Het recept is heerlijk voorspelbaar. De motels liggen aan de hoofdweg, die gelukkig ‘s nachts vrijwel uitgestorven is. Je meldt je bij de receptie waar je wordt begroet door een hartverwarmend lieve dame op leeftijd die je ontvangt alsof de kleinkinderen op bezoek komen. In het gesprek word je steevast aangesproken met “darling”, “my dear” of “love” en na tien minuten keuvelen ben je bijna geadopteerd. Je rijdt met je auto tot voor de kamerdeur, die bijna nooit op slot is. De sleutel ligt op tafel.
In de kamer staat een magnetron, een broodrooster, een waterkoker en een bakje met zakjes oploskoffie en thee. In het keukenkastje ligt van alles een setje: twee borden, twee kopjes, twee versleten vorken en messen. Het interieur is zo oud dat het bijna vintage hip wordt. De wastafel heeft vaak nog twee kranen (heerlijk praktisch) en het bed heeft ....een elektrische deken (lekker voor de soms best koude nachten). ‘s Avonds om 10 uur is alles uitgestorven en lijken alle gasten al te gaan slapen.
Over het algemeen kent men geen ontbijt, maar soms wel. Dan tref je in het koelkastje, zes witte boterhammen in plasticfolie, en kuipjes jam en marmite, van alles twee.
Als je vroeg weg wil kan je de sleutel gewoon op tafel laten liggen, maar ja...hoe kan je nou wegrijden zonder afscheid te nemen van je lieve oma...”Bye love, have a great day”.

Dan het rijden in Nieuw Zeeland, ze rijden er links, en dat is best spannend zeker in het begin.  Ook het instappen is wennen JJ stapt geregeld aan de verkeerde kant van de auto in. Rondom de grote steden kan het nog wel eens druk zijn en kun je in een heuse file belanden. Deze duren over het algemeen niet lang.
De regels zijn simpel: rechtdoor heeft voorrang en je mag buiten de bebouwde kom eigenlijk altijd 100 km per uur. Als er ergens een advies staat om minder hard te rijden, dan is het slim om dat ook echt te doen gezien de vele smalle wegen, haarspeldbochten, ravijnen en “one lane bridges” die we zullen tegenkomen. Het rijden zelf valt buiten de stad erg mee. Er is weinig verkeer op de weg en er wordt vrij rustig gereden. Als we per ongeluk toch te hard rijden is daar altijd onze passief agressieve navigatiecomputer met een subtiel “Please obey all traffic regulations”.

Op de borden langs de weg staat dat autorijden in Nieuw Zeeland “different” is, en dat je extra tijd moet nemen. Voor ons komt dit vooral door het wonderschone landschap. Je rijdt van het ene naar het andere filmdecor en het is verleidelijk om overal te stoppen om foto’s te maken.
Hier wordt al snel duidelijk dat er erg goed is nagedacht over toerisme in Nieuw Zeeland. Als er een mooi uitzicht komt, staat er zeer waarschijnlijk een bord dat aankondigt dat er over een paar kilometer een parkeerplaats met uitkijkpunt aankomt. Dit zie je ook in de nationale parken: iedere wandelroute begint op een parkeerplaats met toilet en een informatiebord waarop staat aangegeven wat je onderweg kan verwachten, hoe lang je ongeveer zal lopen en hoe fit je moet zijn om de tocht aan te kunnen. Het voelt heerlijk veilig, en als zelfs de tocht naar Mount Doom (uit Lord of the Rings) een keurig uitgestippelde wandelroute is, dan kan je weinig gebeuren.

We hebben het al eerder gezegd: NZ is prachtig en wanneer het ergens mooi is, komen er veel mensen naar kijken. Zo waren wij dus zeker niet de enige die NZ bezochten. Onze mede toeristen kwamen uit alle werelddelen, maar wat vooral opviel was het grote aandeel Aziaten, die in tegenstelling tot wat we gewend zijn niet meer met reisorganisaties reizen, maar gewoon gezellig met de hele familie, het liefst in een grote SUV of dure auto.
Onze westerse mede toerist viel wat ons betreft op door hun kleding keuze. Het overgrote deel liep in een outdoor outfit (en dan vooral op momenten dat er niet gewandeld werd). Het leek wel of voor aanvang van de vakantie hele Decathlons waren leeg gekocht.
NZ is een groot en wijds land, ruimte genoeg voor iedereen zou je zeggen. Toch reden we vaak in hele toeristen colonnes, allemaal op weg naar dezelfde volgende bezienswaardigheid. En allemaal stoppen voor dat zelfde kiekje van dat uitzicht of waterval.

Facts and figures
Tijdens  onze roadtrip op het Noorder en Zuidereiland hebben we 6.700 km gereden. Om er te komen hebben we 39.347 km gevlogen (dat is bijna één keer de wereld om).

Tot slot:
De reis zit er op en we hebben enorm genoten. We willen jullie allemaal bedanken voor het met ons meereizen op onze reisblog. Het werk gaat voor Angelique weer beginnen en de kerst is in aantocht. Tijdens deze gelegenheden gaan wij jullie weer persoonlijk ontmoeten, daar kijken we naar uit. Dus nogmaals bedankt en tot snel. 

Foto’s

3 Reacties

  1. Hanneke:
    21 december 2018
    Lieve beiden,
    Welkom in nat Nederland! Ik heb meegenoten van jullie avonturen. Het is nu een beetje alsof ik er zelf geweest ben. Liefs en tot gauw!
    Hanneke
  2. Odile:
    21 december 2018
    welkom terug, het was heerlijk om jullie verhalen te lezen, een prachtreis, whauw
  3. Astrid:
    22 december 2018
    Heb genoten van jullie reisverslag.
    Super leuk geschreven.
    Welkom terug 😘